Ik verlaat de veilige haven.
En vaar op grote zee, jij vaart mee.
Geen twijfel bij het begin van het varen.
We laten de wind dansend spelen met onze haren.
We deinen op de zachte golven.
Ik geniet tevrêe, jij geniet mee.
Rustig, kalm, gestaag, gaan we hand in hand.
Naar onze bestemming; het vaste land.
Het water wordt onstuimiger.
Maar ik ga door voor ons twee, jij gaat mee.
Teveel water heb ik al achter de rug.
Mijn blik vooruit, voor mij is er geen weg terug.
Een strijd tegen elke hoge golf.
Ik vecht tegen de zee, jij vecht mee.
De golven gaan liggen, duisternis wordt licht.
Onze liefde heeft de strijd gewonnen met het land in zicht.