Mijn ogen gaan open
en de beknelling komt weer boven.
Bitterheid heeft een plek
en de werkelijkheid is pijnlijk en zeer.
Leugens zijn er in geslopen;
Alleen warmte zouden ze beloven.
Eenzaam en leeg is het vertrek.
Wakker worden zonder jou kan ik niet meer.
Koud is mijn zijde
en leeg is mijn hart.
Tranen die langzaam vloeien
en bevochtigen het rechterkussen.
Dromend ben ik blijde,
maar ik wacht met smart.
Dat onze liefde weer kan groeien,
want niets komt daar nog tussen.